Neem het bepalen van kaders voor herontwikkelingen. Vaak gaan hart en hoofd goed samen. Dat zagen we afgelopen week rondom de kaders voor de Hoogstraat. Complimenten alom. Of bij de Parallelweg, waar vanuit verschillende wensen en motieven, twee heldere vervolgacties werden geformuleerd. Maar er zijn ook locaties waar het moeilijker ligt. Waar het hoofd ingeeft dat iets wel kan/moet/wenselijk is, bijvoorbeeld vanwege financiën of uitstraling of behoefte. Terwijl het hart ingeeft dat we iets toch niet willen, of vice versa. Zoals bij parkeerterreinen of -garages. Wil je dan een oplossing? Of is de vorm een doel op zich? Waarom wil je iets? Als hart en hoofd het niet met elkaar eens worden, dan is sprake van een dilemma. ‘Kiezen voor’ betekent dan ook altijd ‘kiezen tegen’.
En wat te denken van burenruzies, al dan niet in de dop. De laatste weken komen een aantal zaken langs, waarbij mensen niet met elkaar (willen) praten, maar de gemeente in stelling brengen. Wat we ook beslissen, er is een ‘winnaar’ en ‘verliezer’, rationeel gezien. Gevoelsmatig zijn er alleen verliezers, als mensen niet meer met elkaar willen praten, bemiddeling afwijzen en de gemeente aankijken. Elke beslissing is olie op het vuur. Waar je voor de één je verantwoordelijkheid zou nemen als gemeente, laat je je volgens de ander ‘gebruiken’.
Wat doe je dan? En hoe bouw je dan een brug? Want hart en hoofd verstaan elkaars taal nogal slecht. Het hoofd zoekt houvast in processen en logica en in regels. Het hart zoekt het in intuïtie, harmonie en verbinden. Vooralsnog richt ik me bij dilemma’s dan op het hoofd, als ik een beter resultaat voor me kan zien, dan ga ik voor focus. Is de uitkomst onzeker? Dan ga ik voor het hart.
Wim Runderkamp
Wethouder