HHNK/de Alliantie: werking klapankers aangetoond; meenemen als optie dijkversterking

De VVD-fractie schriftelijke vragen m.b.t. de Markermeerdijken (MMD) aan het dagelijks bestuur van het HHNK. Recent ontvingen wij de antwoorden hierop, zie onderstaand.

Geachte mevrouw Van Raaij,

U stelde het college van dijkgraaf en hoogheemraden schriftelijke vragen met betrekking tot de versterking Markermeerdijken (MMD). Uw vragen worden in deze brief weergegeven met daaronder een reactie van HHNK.

Vraag 1: Gaat HHNK/de Alliantie alsnog in overleg met belanghebbenden om alternatieven voor de buitenwaartse asverschuiving op diverse plaatsen te onderzoeken en te bespreken m.b.t. de versterking van de MMD? Zo ja, op welke termijn? Indien dat niet het geval is, waarom niet?

Deze vraag is vrijwel gelijkluidend aan ingediende zienswijzen. Door deze nu te beantwoorden lopen wij vooruit op de Nota Beantwoording Zienswijzen welke D&H in september 2018 aan uw commissie ter bespreking wil voor leggen.

Vraag 2: Gaat HHNK/de Alliantie serieus naar alternatieven kijken zoals o.a. de klapankers van ]LD? Zo ja, op welke termijn? Indien HHNK/de Alliantie dat niet van plan is, waarom niet?

Zie beantwoording vraag 1.

Vraag 3: Is er om redenen van natuurcompensatie gekozen voor een zware oeverdijk bij module 3? Zo ja, waarom dient de te compenseren natuur van vele modules te worden gecompenseerd bij Module 3? Indien dat niet het geval is, waarom is een zware oeverdijk gekozen bij Module 3 terwijl er daar geen veiligheidsopgave is?

Zie beantwoording vraag 1.

Vraag 4: Gaat HHNK/de Alliantie alternatieven onderzoeken en bespreken met de belanghebbenden voor Module 3, zoals ook verzocht is door de commissie MER? Zo ja, op welke termijn? Indien dat niet het geval is, waarom niet?

De commissie m.e.r. heeft gesteld dat voor een aantal modules, waaronder module 3, op (deel) sectieniveau andere combinaties van oplossingen denkbaar zijn met mogelijk minder negatieve gevolgen voor de ruimtelijke kwaliteit en het milieu. De resultaten hiervan worden begin juni wederom aan de commissie m.e.r. voorgelegd. Daarnaast werkt HHNK/de Alliantie aan de uitvoeringsontwerpen op basis van de meest recent beschikbare modellen (het wettelijk ontwerpinstrumentarium versie 4). Dit leidt op een beperkt aantal locaties tot mogelijke wijzigingen van het voorgestelde voorkeursalternatief. Belanghebbenden zullen over eventuele wijzigingen worden geïnformeerd.

Vraag 5: Houdt deze “finale” terugkoppeling in dat er geen verdere inspraak of behandeling is van de zienswijzen en de aanbevelingen van de commissie m.e.r., voorafgaande aan het finale besluit?

Zoals bij ieder ander project legt D&H alle zienswijzen en het advies van de commissie m.e.r. voorzien van een Nota van Beantwoording met de definitieve (aangepaste) documenten ter besluitvorming voor aan het bestuur van HHNK, volgens de gebruikelijke stappen: D&H, Commissie W&W, CHI.

Vraag 6: Onder de AB-leden is er behoefte om de aanbevelingen van de commissie m.e.r. en de beantwoording van de verzoeken van de commissie m.e.r. te bespreken in de commissie W&W, voordat er keuzen zijn gemaakt c.q. besluiten zijn genomen. Bent u bereid dit verzoek in te willigen? Indien dit niet het geval is, waarom niet?

Zoals onder vraag vijf is gesteld worden alle stukken tezamen ter bespreking en besluitvorming aan het algemeen bestuur voorgelegd. Dat is voorzien in september.

Vraag 7: Tijdens de presentatie van 3LD op 24 april jl. is gemeld dat er over een periode van 50 tot 100 jaar enkele malen minimaal onderhoud nodig is bij toepassing van klapankers. Kan portefeuillehouder Stam aangeven waarom hij stelt dat “er meer beheerkosten aan de 3LD-oplossing zitten, omdat de ankers jaarlijks moeten worden bijgesteld?”

Nederland heeft een voortrekkersrol in watermanagement en het versterken van dijken. Kennisontwikkeling speelt hier een centrale rol in. Naast de ontwikkeling van de normering en ontwerpinstrumentaria wordt er ook ingezet op de ontwikkeling van nieuwe technieken om dijken te versterken. Een van de ontwikkelingen van de afgelopen jaren zijn dijkstabilisatoren. Dit is een constructieve familie met verschillende varianten, onder andere: dijkstabilisator ook wel klapanker genoemd en VSF-nagel. Essentie is dat deze technieken door een constructief element in de dijk aan te brengen de stabiliteit van de dijk vergroten.

Om uiteindelijk een nieuwe techniek toe te mogen passen, wordt een traject doorlopen om te komen tot een bewezen techniek. De VSF-nagel is een bewezen techniek en is reeds eerder toegepast in een primaire kering. HHNK/de Alliantie past deze techniek toe in Uitdam. Het klapanker is een nog onbewezen techniek, waarbij wel de conceptuele werking van JLD-dijkstabilisator is aangetoond middels een proef. Het traject om te komen tot een bewezen techniek vervolgt met een pilot in een regionale kering.

HHNK/de Alliantie vindt innovaties belangrijk en wil lokaal MKB betrekken bij de dijkversterking. JLD Contracting BV is een lokaal bedrijf en een dijkstabilisator is een innovatie die wellicht kan helpen bij dijkversterkingen. Daarom heeft HHNK/de Alliantie inmiddels tijd en geld geïnvesteerd in deze partij en deze innovatie. HHNK/de Alliantie heeft de intentie om bij de Markermeerdijken deze techniek, na overeenstemming met de ENW, toe te passen als een innovatie (pilot) bij knelpuntlocaties in de Markermeerdijken.

Vraag 8a: Zijn de beheerkosten bij JLD opgevraagd ? Zo ja, hoe staan deze in verhouding tot de reguliere onderhoudskosten?

Op dit moment zijn er nog veel onzekerheden over de beheerkosten van klapankers. Duidelijk is wel dat deze klapankers gedurende de eerste vijf jaar regelmatig met speciaal gereedschap ieder jaar weer op spanning moeten worden gebracht. Daarnaast vragen de klapankers extra monitoring en inspectie. Er is langs de Markermeerdijken geen sprake van een situatie waarbij een buitenwaartse asverschuiving vermeden zou kunnen worden door toepassing van klapankers, aangezien deze volgens de huidige kennis slechts een klein binnenwaarts stabiliteitstekort opvangen. Om deze reden is het dan ook niet zinvol kostenvergelijkingen op te stellen.

Vraag 8b: Hoe verhouden de beheerkosten van de dijkvernagelingstechnieken, zoals de methode van JLD, zich ten opzichte van de beheerkosten bij een asverschuiving?

Er is langs de Markermeerdijken geen sprake van een situatie waarbij een buitenwaartse asverschuiving vermeden zou kunnen worden door toepassing van klapankers, aangezien deze volgens de huidige kennis slechts een klein binnenwaarts stabiliteitstekort opvangen. Om deze reden is het dan ook niet zinvol kostenvergelijkingen op te stellen.

Vraag 9a: Wat zijn de totale kosten per kilometer in aanleg, en beheer en onderhoud bij een buitenwaartse asverschuiving met grond?

Zie beantwoording vraag 8b.

Vraag 9b: Heeft 31.D de gelegenheid gekregen om de kosten van realisatie en beheer en onderhoud inzichtelijk te maken c.q. bent u op de hoogte van de totaalkosten (van aanleg en beheer en onderhoud) per kilometer bij de 31.D-oplossing? Zo ja, kunt u ons deze informatie verschaffen?

Zie beantwoording vraag 8b.

Vraag 9c: Indien dat niet het geval is, wilt u HHNK/de Alliantie een gesprek aangaan met JLD Contracting BV om alle kosten inzichtelijk te maken voor de JLD-variant, zodat een gedegen keuze kan worden gemaakt bij de diverse modules, zoals ook de commissie m.e.r. verzocht?

Zoals onder vraag 7 beantwoord is, werkt HHNK/de Alliantie al samen met JLD Contracting om deze techniek, na overeenstemming met de ENW, mogelijk toe te passen als een innovatie (pilot) bij knelpuntlocaties in de Markermeerdijken.

Vraag 10: Indien de totale kosten van de voorgestelde buitenwaartse asverschuiving gelijk of hoger zijn dat de 3W-oplossing, overweegt u dan om de 3LD- variant op te nemen in de plannen? Indien dat niet het geval is, waarom niet?

Zie beantwoording vraag 8b.

Vraag lla: Bent u op de hoogte van het mailbericht van JLD Contracting BV, d.d. 1 mei 2018? Zie bijlage. Daarin staat vermeld: “De prijs van vernageling door JLD bevindt zich in een bandbreedte van 2,5 tot 8 miljoen euro per kilometer, afhankelijk van de complexiteit en de omvang van de opgave”.

Dit mailbericht is ons bekend.

Vraag 11b: In het mailbericht van JLD Contracting BV staat vermeld: “JLD Contracting BV heeft in opdracht van HHNK/de Alliantie MMD een diepgaande berekening uitgevoerd op een `regulier’ deel van de Markermeerdijk van beide vernagelingstechnieken met een zeer positief resultaat als gevolg. Uit deze berekeningen blijkt dat op dit deel van de dijk met JLD vernagelingstechnieken aan de eisen kan worden voldaan zonder verlies van het oorspronkelijke karakter van de dijk”. Bent u op de hoogte van deze positieve uitkomst?

Zoals onder 7 is beantwoord, werkt HHNK/de Alliantie samen met JLD Contracting om deze techniek, na overeenstemming met de ENW, mogelijk toe te passen als een innovatie (pilot) bij knelpuntlocaties in de Markermeerdijken.

Vraag 11c: Bent u ervan de hoogte dat dit geen proef is, maar een echt project van de Ringdijk Watergraafsmeer, dat afgerond wordt in november en door de ENW wordt geaccepteerd?

Het klapanker is een nog onbewezen techniek, waarbij wel de conceptuele werking van JLD dijkstabilisator is aangetoond middels een proef. Het traject om te komen tot een bewezen techniek vervolgt nu met een pilot in de regionale kering Ringdijk Watergraafsmeer. Of en wanneer de uitkomsten hiervan door ENW worden geaccepteerd kunnen wij niet inschatten.

Hoogachtend,

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden,
de secretaris, de dijkgraaf.